Utrecht worstelt met sjoemelwoningen

De Utrechtse gemeenteraad is problemen met stadsverwarming zat en wil af van de verplichte aansluitingen, schrijft AD/Utrechts Nieuwsblad op 25 maart. Ook zou warmteleverancier Eneco geen hoge kosten meer mogen rekenen aan bewoners die zich van het warmtenet laten afsluiten. De kern van het probleem is dat het opwekrendement van de stadsverwarming veel lager is dan jarenlang werd aangegeven. Pas redelijk recent drong dit door, nadat klokkenluider Henk-Jan Visscher de kwestie aan het rollen bracht. Utrechtse bewoners van de betreffende huizen spreken inmiddels van ‘sjoemelwoningen’.

sjoemelwoning

In die laatdunkende term sjoemelwoningen zit helaas een flinke kern van waarheid. De EPC van de huizen die het betreft is ten onrechte bepaald met een veel te gunstig rendement. In realiteit is het energieverbruik van deze woningen, en dus ook de CO2 uitstoot, een stuk hoger.  Pijnlijk is ook dat er een financiele kant aan zit: in de aansluitbijdrage die bewoners van nieuwe woningen aan de warmteleverancier betaalden, was een verhoging doorberekend omdat de woningen toe zouden kunnen met minder isolatiemaatregelen. Nu blijkt dus dat die verhoogde aansluitbijdrage eigenlijk ongegrond is. De meeste aandacht gaat momenteel uit naar projecten die in aanbouw zijn, omdat hier ook de omgevingsvergunning formeel niet afgegeven had mogen worden. Maar, naar mening van bureau Kent gaat deze kwestie alle woningen aan, die op die op het Utrechtse warmtenet zijn aangesloten. Voor alle aansluitingen, ook de bestaande, geldt dat het destijds aangehouden opwekrendement niet waargemaakt wordt. Het in de EPC (NEN 7120) gehanteerde rendement was 177,5%, maar dat getal mag dus niet langer gebruikt worden.

De berichten zijn geen goed nieuws voor voorstanders van warmtenetten. Bureau Kent ziet niet veel toekomst voor warmtenetten, zeker niet in nieuwbouwprojecten waar weinig vraag naar warmte is. Door de lage warmtevraag en de randvoorwaarden die de warmtewet stelt, is het nagenoeg onmogelijk om de investeringen in een warmtenet terug te verdienen. Een uitzondering zijn situaties waar grote warmteverbruikers, bijvoorbeeld industrie, zich in de buurt bevindt van restwarmtebronnen.

De ontwikkelingen in Utrecht staan ver af van de warmtevisie die minister Kamp vorig jaar uitbracht. De warmtevisie stuurt aan op verplichte warmteaansluitingen, iets waar men in Utrecht dus juist van af wil.