Staatspropaganda voor nul-op-de-meterwoningen?
‘De geluidskwaliteit in de woning is beter, de woning is kierdicht en tochtvrij, het beheer en onderhoud van de installaties is beter geregeld.’ Dat, en meer positiefs, valt te lezen in de brochure ‘Nul op de meter – ervaringen van vernieuwers in de woningbouw‘ die in opdracht van de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland is geschreven.
Het Lente Akkoord en een aantal seriematige bouwers waren betrokken bij deze publicatie. Achterin het glossy uitgevoerde document staan alle bouwers met hun woningconcepten nog een keer netjes en fotogeniek op een rij. Je zou bijna denken dat het een reclamebrochure is. En misschien is het dat ook wel…
De positieve uitspraken waar de uitgave vol mee staat worden nergens onderbouwd. Tijd om de facts te checken dus. Gelukkig kan dat, want in mei van dit jaar bracht Energiesprong samen met partners TNO RIGO en Van Beek een monitoringrapport uit over nul op de meterwoningen.
Over de geluidskwaliteit in NOM-woningen blijkt uit de monitoring: ‘Indicatieve geluidsmetingen geven te hoge geluidsniveaus aan in de gemonitorde projecten.’ En: ‘Enquête-resultaten tonen aan dat door geluidshinder, sabotage van het ventilatiesysteem plaatsvindt. Mensen trekken de stekker eruit of gebruiken uitsluitend de laagste stand om te ventileren.’ Is dat een goede geluidskwaliteit?
Over tocht en de kierdichtheid van woningen is de conclusie: ‘Veel woningen hebben een slechtere luchtdichtheid dan beoogd.’ In alle gemeten woningen is de gemeten luchtdichtheid veel slechter dan beloofd. Het monitoringrapport geeft zelfs een lek-top-9. Weinig reden om te spreken van kierdicht en tochtvrij, toch?
En over het beheer en onderhoud van installaties tenslotte. Het rapport citeert bewoners van een project die melden: ‘Niet altijd duidelijk is welke partij verantwoordelijk is bij storingen, waardoor het soms lang duurt voordat een storing is opgelost’. Niet wat je noemt beter geregeld beheer en onderhoud; of wel?
Dit zijn drie onderwerpen waarop de door de overheid betaalde brochure een onjuiste voorstelling van zaken geeft. Wie ze naast elkaar legt zal het ervaren: De overheidsbrochure straalt een en al positiviteit uit, maakt hooguit hier en daar een kleine nuance of stipt af en toe een aandachtspuntje aan. Het monitoringrapport is veel kritischer en meldt gebreken, tekortkomingen of tegenvallers op vele punten en geeft daar ook oplossingen voor. En wat het zo pijnlijk maakt: vaak zijn dat bekende oplossingen voor bekende problemen. Het is hier al eerder gezegd: de leercurve van energiezuinige bouwers heeft veel weg van een flatline.
Dat hebben die bouwers mooi voor elkaar: een glossy reclamebrochure laten maken, waarin bekende problemen glimlachend worden afgedaan, en de minister betaalt!