Naar energienul, leercurve of flatline?
Bureau Kent merkte al in de blog van 19 juni op dat het opmerkelijk en teleurstellend is dat zelfs de bouwers van Nul-op-de-meterwoningen er niet in slagen om overbekende fouten te vermijden. Recent gaven twee onderzoekers die goed met het onderwerp NOM bekend zijn hun mening in Cobouw en op Lenteakkoord. Gert-Harm Ten Bolscher en Jaap Neeleman van onderzoeks- en adviesbureau DWA blijven diplomatiek, maar zijn wel duidelijk: ‘’ Naast de oververhitting wordt geconstateerd dat verschillende bouwkundige en installatietechnische componenten nog wel (eufemistisch gezegd) wat aandacht vergen. Luchtdichtheid, geluidsoverlast en tocht ten gevolge van het ventilatiesysteem zijn kritische factoren voor het behalen van de beloofde energetische en comfortprestaties.’’ De deskundigen vervolgen: ‘’Het lijkt wel of we een rapport lezen over de ventilatieproblemen in de Amersfoortse wijk Vathorst.’’ En hun oordeel daarover: ‘’Dat vinden wij kwalijk, niet in de laatste plaats omdat de gesignaleerde tekortkomingen in loop van de gebruiksduur waarschijnlijk een grotere impact zullen veroorzaken op zowel het energiegebruik als de comfortbeleving en daarmee ook de bewonerstevredenheid.’’
Op zoek naar oorzaken merken de deskundigen op: ‘’Als we naar dit soort aandachtspunten kijken, vragen we ons ook af of de factor prijs (de extra investeringskosten moeten zich namelijk binnen een bepaald aantal jaren terugverdienen dankzij de fors lagere energierekening) niet een te zwaar stempel druk op NOM-projecten. De gesignaleerde aandachtspunten zijn namelijk allemaal goed te voorkomen, mits in het ontwerp- en realisatietraject de juiste kennis is ingezet, de juiste systemen zijn gekozen en voldoende tijd beschikbaar is gesteld. De vraag komt naar voren of het ontwerp- en realisatietraject nog steeds bepaald wordt door het denken vanuit de vorige eeuw?’’
Deskundigen Ten Bolscher en Neeleman blijven hoopvol gestemd en merken dat er vele vakmensen zijn met voldoende drive om hun werk zo goed mogelijk uit te voeren. Zo roepen ze op om gebruik te maken van alle kennis die gewoon beschikbaar is en op allerlei manieren aangeboden wordt. Verder geven ze een aanpak om ‘’de leercurve te versnellen’’.
De onderzoekers nemen dus impliciet aan dat er uberhaupt een leercurve is. Op basis van hun eerdere constatering dat de problematiek doet denken aan ‘Vathorst’ ziet die leercurve er waarschijnlijk uit als een flatline.
In de EPC-adviezen hanteert bureau Kent de NEN 7120 als randvoorwaarde. Voor werkelijke energiezuinigheid baseert bureau Kent de adviezen altijd op recente praktijkrapportages over de bouwpraktijk en kennis van maatregelen die wel en maatregelen die niet blijken te werken. Veel bouwpartijen zijn bezig met het uitvinden van wielen maar dat levert zelden iets op. Bureau Kent stimuleert met name de toepassing van bewezen en uitgewerkte technieken.