Collectieve zonnepanelen in de EPC
Projecten waarin collectief elektriciteit wordt opgewekt, bijvoorbeeld met een PV-park bij een nieuwbouwwijk, tellen mee voor de bepaling van de EPC. De rekenwijze hiervoor is vastgelegd in de NVN 7125. Deze norm (ook bekend als energie maatregelen op gebiedsniveau EMG) norm wordt vooral gebruikt als methodiek om het equivalent opwekrendement van collectieve warmte- en koudenetten te bepalen. Maar de bijdrage van collectieve stroomopwekking aan aangesloten gebouwen in de omgeving wordt dus ook met deze norm bepaald.
Collectieve elektriciteitsopwekking in de vorm van wind- of zonne-energie of warmtekracht kunnen meegerekend worden binnen de EPC onder voorwaarde dat de levering van elektriciteit aan de aangesloten panden uit contractstukken blijkt. En geografisch mag de afstand van het opwekpunt tot ieder aangesloten gebouw maximaal 10 kilometer bedragen. De opgewekte elektriciteit wordt naar rato van het gebruiksoppervlak over alle aangesloten gebouwen verdeeld.
Wanneer gebiedsmaatregelen in de EPC meegerekend worden, geldt de getrapte eis. Voor een woonwijk moet, inclusief de collectief opgewekte elektriciteit, aan een EPC van 0,40 voldaan worden. Exclusief de opgewekte elektriciteit moet aan een EPC van 0,532 voldaan worden.