Open ramen bepalen energieverbruik NOM woningen
Uit monitoringresultaten van nul op de meterwoningen in Kerkrade is op te maken dat het openen van ramen de belangrijkste factor is die het gasverbruik van zo’n woning bepaalt. Energiesprong en Platform 31stelden de publicatie ”Eerste ervaringen met prestatiegarantiecontracten voor nul op de meter woningen” op. De brochure gaat vooral in op de formele kant van de prestatiecontracten, maar vermeldt ook interessante meetgegevens van de NOM projecten. Complimenten: om op een zinnige manier toe te werken naar (bijna) energieneutrale gebouwen is het zeer nuttig en belangrijk dat deze monitorings- en evaluatie resultaten gedeeld worden. En inderdaad, uit de meetgegevens zijn wel interessante lessen te trekken. Zo merken de onderzoekers op dat de binnentemperatuur eigenlijk niet zo veel uitmaakt voor het energieverbruik van de nul-op-de-meterwoningen.
Interessant is de analyse die de onderzoekers maakten van het openen van ramen en buitendeuren door bewoners. Drie keer per dag bekeken de onderzoekers hoeveel ramen en deuren er open stonden. De grafiek laat zien dat er een duidelijk verband is: hoe meer ramen er open staan, hoe hoger het gasverbruik. De onderzoekers houden nog wel een slag om de arm: de relatie is ‘indicatief’. In de woningen worden recirculatiekappen toegepast en de onderzoekers denken dat daardoor mogelijk meer geurhinder ontstaat; wat reden kan zijn dat bewoners in de middag hun tuindeuren openen.
Uit de grafiek is op te maken dat de energievraag voor verwarming tussen de 20 en 60 kWh/m2 bedraagt. (Het gasverbruik is omgerekend naar warmtevraag op basis van een energie-inhoud van 9,75 kWh/m3 voor het aardgas en een ketelrendement van 90%). Daarmee voldoen de meeste NOM-woningen bij lange na niet aan de eerste BENG eis. Want die stelt een maximum van 25 kWh per m2 aan de energievraag voor verwarming en koeling samen.