Dilemma warmtenetten voor nieuwbouw
Warmtenetten zijn één van de oplossingen voor een gasloze energievoorziening in toekomstige wijken. Maar er ligt wel een probleem: Warmtenetten vragen om een forse investering met een lange terugverdientijd. Dat terugverdienen gebeurt door warmte te verkopen. En nu komt het probleem: er is niet veel warmte te verkopen aan nieuwe gebouwen, omdat die goed geïsoleerd zijn.
Daar komen nog wat technische onderwerpen die de zaak verder compliceren bij. Met een lage-temperatuur warmtenet zijn de verliezen lager, maar moet er in de woning iets bedacht worden om het warm-tapwater te verwarmen. Dat kost geld. Een warmtenet gevoed door een collectieve bodemwarmtepomp kan ook koeling leveren. Maar dat vraagt extra leidingen en of een ingewikkelde regeling, want er moet ook een oplossing zijn voor de periode dat de ene woning nog warmte vraagt, terwijl de ander al koude nodig heeft.
De warmtewet is ontwikkeld om consumenten tegen te hoge tarieven te beschermen en legt een plafond op aan de kosten die warmteaanbieders mogen vragen. Dat plafond is gebaseerd op het idee van niet meer dan anders: de afnemer van warmte betaalt maximaal hetzelfde als wat hij zou betalen wanneer hij zijn woning met een gasketel zou verwarmen. Maar nu we gasloos gaan, en de gasprijs inclusief energiebelasting snel toeneemt, vinden warmteconsumenten dat helemaal niet fijn meer. De kosten dreigen voor hen te snel te gaan toenemen.
Inmiddels worden ook ontwikkelaars nerveus. Op 21 mei meldt het Lente Akkoord dat ze een gesprek willen aangaan met warmteleveranciers, gemeenten en het ministerie over de Bijdragen Aansluitkosten (BAK) voor warmtenetten. Ze vinden oude aansluitverplichtingen, gebaseerd op de bouwkwaliteit en inzichten van meer dan tien jaar geleden in veel gevallen niet meer passend. Projectontwikkelaars van betaalbare energieneutrale, woningen lijken af te willen van de aansluitplicht op stadswarmte.
Door aansluitplicht, denkt Lente Akkoord, gaat de capaciteit en inzet voor nieuwe warmtenetten vooral nieuwbouw, terwijl juist daar meer duurzame alternatieven voorhanden zijn. Bij het aantonen van een duurzamer alternatief kan er in sommige gemeenten ontheffing van de aansluitplicht worden verkregen. Maar de concessiehouders voor stadswarmte hebben op basis van diezelfde aansluitplicht hun investeringen geraamd.
Maar uiteindelijk gaat het natuurlijk allemaal om degene die betaalt voor de woning én de energievoorziening ervan. Die bewoners van nieuwbouwwoningen hebben een goed geïsoleerd nieuwbouwhuis gekocht, maar zien dit niet terug in de maandlasten door hoge vaste bijdragen voor stadswarmte, aldus Lente Akkoord.