Geen uitzonderingspositie hoogbouw in BENG
Woongebouwen met meer dan 5 bouwlagen krijgen geen uitzonderingspositie in BENG. Dat blijkt uit de nieuwe NTA 8800, die geen onderscheid maakt naar het aantal bouwlagen. Eerder kaartten diverse partijen, zoals het Lenteakkoord, aan dat de steeds strengere energie eisen voor meerlaagse woongebouwen erg lastig te realiseren zijn. Als belangrijk probleem werd bijvoorbeeld genoemd dat er op het dak onvoldoende ruimte is om de vele benodigde PV-panelen voor de onderliggende woningen te plaatsen.
Inmiddels zijn er wel projecten met bijvoorbeeld 7 woonlagen bekend die aan de BENG-eis voldoen. Het probleem lijk toch niet zo groot voor meerlaagse woningbouw. Bureau Kent meldde al eerder dat door de strengen BENG-1 eis aan de gebouwschil er helemaal niet zo veel PV nodig hoeft te zijn om aan het benodigde percentage duurzame energie (de BENG-3 eis) te komen.
De grootste moeilijkheden zouden wel eens bij een heel ander woningtype kunnen optreden: vrijstaande woningen. Deze hebben een relatief groot schiloppervlak ten opzichte van het gebruiksoppervlak. Daardoor komen ook de warmte- en koudebehoefte, teruggerekend per vierkante meter vloeroppervlak, al snel op een hoge waarde uit. Dat leidt tot een ongunstige uitgangspositie om aan de BENG-1 eis te gaan voldoen.
Alles bij elkaar zal bij vrijstaande woningen en andere gebouwen met een ongunstige verhouding tussen schiloppervlak en gebruiksoppervlak de uitdaging vooral gaan zitten in BENG-1 die kijkt naar de kwaliteit van de gebouwschil (isolatie, glas, kierdichtingen, zonwering). Voor meerlaagse gebouwen zal de aandacht meer naar BENG2 (efficiente installatie) en BENG3 (duurzame energie) toe gaan.